BEELDEN 1989- Museum Fodor - Amsterdam

Peter Schoutsen maakt beelden waarin ideeën over voor- en achterkant, of misschien zelfs nog meer over binnen- en buitenkant, een belangrijk aandeel hebben. Dit idee van binnen, buiten, voor en achter wordt in het werk van Schoutsen op een intrigerende manier uitgebuit. Het behoort tot de zogenaamde 'context of discovery'; het terrein waarop de ontdekkingen kunnen plaatsvinden die tot het uiteindelijke 'echte' werk leiden.
Het spel van motief en achtergrond of omgeving, tussen het gat en datgene wat het gat bepaalt, tussen binnen- en buitenkant dus, dat aanvankelijk heel openlijk en bewust wordt gespeeld, is langzamerhand een steeds verstopter en geheimzinniger leven gaan leiden in Schoutsens werk.

De 'analyse' is een sleutelbegrip. Niet voor niets heet een van de werken in de tentoonstelling 'Anna Lisa'.
Eerst maar een simpele analyse van de beeldhouwkunst zelf. Traditioneel komt een beeld tot stand door weghalen (je kapt, snijdt of hakt het beeld vrij uit het blok hout of steen) of het komt tot stand door toevoegen (plukjes klei worden toegevoegd tot het beeld zijn uiteindelijke volume heeft gekregen). Voor de beeldhouwer komen deze beide werkwijzen neer op een proces van analyseren of synthetiseren. Beide processen vormen een vertaling van de werkelijkheid in een 'aangepast model'.
In het werk van Schoutsen bestaat de analyse uit de vertaling van de driedimensionale werkelijkheid naar het platte vlak: een vel ruitjespapier waarop met een zwart stiftje de vorm ondubbelzinnig wordt vastgelegd. De derde dimensie 'verdwijnt' in het vlak. Wanneer het papier wordt vervangen door een plaat hout, dan wordt de decoupeerzaag even dwingend als het stiftje.
Tijdens de derde stap, de vervorming van de platte plaat tot een ruimtelijke structuur, wordt de derde dimensie weer 'toegevoegd', door buigen, knikken of forceren van het materiaal. Juist de grens tussen twee- en driedimensionaal is het gebied waar je volgens hem de belangrijkste ontdekkingen kunt doen.
De probleemoplossing bij de vertaling van moeilijke onderdelen leidt vaak tot een soort 'versiering'. Juist die elementen -een gevolg van de overgang van twee- naar driedimensionaal- geven het beeld zijn belang.
Binnen de geschetste opvattingen en uitgangspunten heeft Schoutsen zijn beeldhouwkundige principes leren hanteren op een manier die de verwondering intact laat. Ondanks hun grote helderheid hebben zijn beelden een poÿtische kracht bewaard, die uitstijgt boven de analytische principes waarop ze gebaseerd zijn.



Frank Lubbers

Museum Fodor Tuin Museum Fodor